- de volledige of gedeeltelijke financiële aansprakelijkheid van de partijen bij de arbeidsovereenkomst kan niet meer of minder in verhouding staan tot elkaar;
- grondslag voor vrijstelling van schadevergoedingacties van overmacht, natuurlijk economisch risico, het ontstaan van omstandigheden van uiterste noodzaak (behoefte aan verdediging), evenals het niet bieden van voorwaarden voor een behoorlijke opslag;
- elk van de partijen moet in geval van schade niet alleen het feit van zijn bestaan bewijzen, maar ook zijn werkelijke omvang, op basis van de marktwaarde in een bepaald gebied;
- gederfde winst en gederfde winst in verband met het toebrengen van schade zijn niet vatbaar voor verhaal;
De volledige vorm van afscherming is van toepassing waareen partij bij de overeenkomst is het managementteam van de organisatie: de direct leidinggevende (manager), zijn plaatsvervangers en de hoofdaccountant, een persoon die financiële activiteiten verricht (controle), alsmede medewerkers die materiële activa opslaan, vervoeren, verwerken of verkopen.
In gevallen waarin financiële aansprakelijkheidvan de partijen bij de arbeidsovereenkomst is niet onderhevig aan afbakening (het is onmogelijk om de verantwoordelijkheid van elk te bepalen), wordt een collectieve overeenkomst opgesteld, die een compensatie voor verliezen impliceert door de hele groep personen die zijn belast met acties waarbij waarden worden gebruikt om officiële taken te vervullen. De werknemer wordt van verantwoordelijkheid ontheven als wordt bewezen dat hij niet betrokken was bij het veroorzaken van schade. Als er geen overeenstemming wordt bereikt over betwistbare kwesties, worden de materiële aansprakelijkheid van de partijen bij de arbeidsovereenkomst, het bedrag en de wijze van compensatie bepaald in de rechtbank, ongeacht het type overeenkomst.