De filosofie van het oude Rome wordt gekenmerkt dooreclecticisme, zoals dit hele tijdperk. Deze cultuur ontstond in strijd met de Griekse beschaving en voelde er tegelijkertijd een eenheid mee. De Romeinse filosofie was niet erg geïnteresseerd in hoe de natuur werkt - ze sprak vooral over het leven, het overwinnen van tegenspoed en gevaren, en ook over hoe religie, natuurkunde, logica en ethiek te combineren.
Onderwijzen over deugden
Een van de slimste vertegenwoordigers van de stoïcijnse schooler was Seneca. Hij was de leraar van Nero - bekend om zijn slechte reputatie als keizer van het oude Rome. Seneca's filosofie wordt uiteengezet in werken als "Letters to Lucillus", "Questions of Nature". Maar het Romeinse stoïcisme was anders dan de klassieke Griekse trend. Dus, Zeno en Chrysippus beschouwden de logica als het skelet van de filosofie en de zielefysica. Ethiek, zo dachten ze, waren haar spieren. Seneca was de nieuwe stoïcijn. Hij noemde ethiek de ziel van het denken en alle deugd. En hij leefde in overeenstemming met zijn principes. Vanwege het feit dat hij de onderdrukking van zijn leerling tegen christenen en oppositie niet goedkeurde, beval de keizer Seneca om zelfmoord te plegen, wat hij met waardigheid deed.
School van nederigheid en gematigdheid
Stoïcisme filosofie van het oude Griekenland en Romenam het zeer positief op en ontwikkelde deze richting tot het einde van het tijdperk van de oudheid. Een andere beroemde denker van deze school is Epictetus, de eerste filosoof van de antieke wereld, die van geboorte een slaaf was. Dit heeft een stempel gedrukt op zijn opvattingen. Epictetus riep openlijk slaven op om als dezelfde mensen te worden beschouwd als alle anderen, wat ontoegankelijk was voor de Griekse filosofie. Voor hem was stoïcisme een levensstijl, een wetenschap die hem in staat stelde zelfbeheersing te behouden, niet naar plezier te streven en niet bang te zijn voor de dood. Hij stelde dat men niet het beste zou moeten willen, maar wat er al is. Dan zul je niet teleurgesteld zijn in het leven. Epictetus noemde zijn filosofische credo apathie, de wetenschap van het sterven. Dit noemde hij gehoorzaamheid aan de Logos (God). Berusting aan het lot is een manifestatie van de hoogste spirituele vrijheid. Keizer Marcus Aurelius was een volgeling van Epictetus.
Sceptici
Historici die de ontwikkeling van het menselijk denken bestuderen,beschouw een enkel geheel als een fenomeen als de oude filosofie. Het oude Griekenland en het oude Rome leken in een aantal opzichten op elkaar. Dit is vooral typerend voor de late oudheid. Zowel het Griekse als het Romeinse denken kenden bijvoorbeeld zo'n fenomeen als scepsis. Deze richting ontstaat altijd tijdens het verval van grote beschavingen. In de filosofie van het oude Rome waren de vertegenwoordigers Enesidemus van Knossos (leerling van Pyrrho), Agrippa en Sextus Empiricus. Ze leken allemaal op elkaar in die zin dat ze tegen elke vorm van dogmatisme waren. Hun belangrijkste slogan was de bewering dat alle disciplines elkaar tegenspreken en zichzelf ontkennen, alleen scepsis accepteert alles en stelt het tegelijkertijd in vraag.
"Over de aard van dingen"
Epicurisme was een andere populaire schoolHet Oude Rome. Deze filosofie werd vooral bekend dankzij Titus Lucretius Carus, die in een nogal turbulente tijd leefde. Hij was een vertolker van Epicurus en in het gedicht "Over de aard der dingen" in vers zette hij zijn filosofische systeem uit. Allereerst legde hij de leer van atomen uit. Ze hebben geen enkele eigenschap, maar hun combinatie creëert de kwaliteiten van dingen. Het aantal atomen in de natuur is altijd hetzelfde. Dankzij hen vindt de transformatie van materie plaats. Niets komt voort uit het niets. De werelden zijn veelvoudig, ze ontstaan en vergaan volgens de wet van natuurlijke noodzaak, en atomen zijn eeuwig. Het universum is oneindig, terwijl tijd alleen bestaat in objecten en processen, en niet op zichzelf.
Epicurisme
Lucretius was een van de beste denkers en dichtersHet Oude Rome. Zijn filosofie wekte zowel vreugde als verontwaardiging bij zijn tijdgenoten. Hij maakte voortdurend ruzie met vertegenwoordigers van andere richtingen, vooral met sceptici. Lucretius vond dat ze niet moesten geloven dat de wetenschap niet bestond, omdat we anders constant zouden denken dat er elke dag een nieuwe zon opkomt. Ondertussen weten we heel goed dat het een en dezelfde ster is. Lucretius had ook kritiek op Plato's idee van de transmigratie van zielen. Hij zei dat, aangezien het individu toch sterft, wat voor verschil het maakt waar zijn geest heen gaat. Zowel het materiële als het psychische in een persoon wordt geboren, wordt oud en sterft. Lucretius dacht ook na over de oorsprong van de beschaving. Hij schreef dat mensen aanvankelijk in een staat van wreedheid leefden totdat ze vuur kenden. En de samenleving is ontstaan als gevolg van een contract tussen individuen. Lucretius predikte een soort epicurisch atheïsme en bekritiseerde tegelijkertijd de Romeinse manieren als te pervers.
Retoriek
De helderste vertegenwoordiger van het eclecticisme van de OudeRome, wiens filosofie het onderwerp is van dit artikel, was Mark Tullius Cicero. Hij beschouwde retoriek als de basis van al het denken. Deze politicus en redenaar probeerde het Romeinse streven naar deugdzaamheid en de Griekse filosofische kunst te combineren. Het was Cicero die het concept van "humanitas" introduceerde, dat we nu op grote schaal gebruiken in het politieke en sociale discours. Op het gebied van de wetenschap kan deze denker een encyclopedist worden genoemd. Wat betreft moraliteit en ethiek, op dit gebied geloofde hij dat elke discipline op zijn eigen manier deugdzaam wordt. Daarom moet elke geschoolde persoon alle manieren kennen om ze te kennen en te accepteren. En allerlei dagelijkse ontberingen worden overwonnen door wilskracht.
Filosofische en religieuze scholen
Gedurende deze periode bleef het zich ontwikkelen entraditionele oude filosofie. Het oude Rome accepteerde de leringen van Plato en zijn volgelingen goed. Vooral in deze tijd waren filosofische en religieuze scholen in de mode, die het Westen en het Oosten verenigden. De belangrijkste vragen die door deze leringen worden opgeworpen, zijn de relatie en tegenstelling tussen geest en materie.
Een van de meest populaire bestemmingen wasneopythagoreanism. Het bevorderde het idee van één God en een wereld vol tegenstrijdigheden. De Neopythagoreeërs geloofden in de magie van cijfers. Een zeer bekende figuur van deze school was Apollonius van Tyana, die door Apuleius in zijn Metamorfosen belachelijk werd gemaakt. Onder de Romeinse intellectuelen domineerde de leer van Philo van Alexandrië, die probeerde het jodendom te combineren met het platonisme. Hij geloofde dat Jehovah de Logos heeft gebaard, die de wereld heeft geschapen. Het was niet voor niets dat Engels Philo ooit 'de oom van het christendom' noemde.
De meest trendy bestemmingen
De belangrijkste filosofische scholen van het oude Rome omvatten enNeoplatonisme. De denkers van deze trend creëerden de leer van een heel systeem van bemiddelaars - emanaties - tussen God en de wereld. De beroemdste neoplatonisten waren Ammonius Saccas, Plotinus, Iamblichus, Proclus. Ze beleden polytheïsme. Filosofisch gezien hebben de neoplatonisten het scheppingsproces onderzocht als de toewijzing van een nieuwe en eeuwige terugkeer. Ze beschouwden God als de oorzaak, oorsprong, essentie en doel van alle dingen. De Schepper wordt in de wereld uitgestort, daarom kan een persoon in een soort van razernij naar Hem opstijgen. Ze noemden dit staat-extase. Dicht bij Iamblichus waren de eeuwige tegenstanders van de neoplatonisten - de gnostici. Ze geloofden dat het kwaad een onafhankelijk begin heeft, en alle emanaties zijn een gevolg van het feit dat de schepping tegen de wil van God is begonnen.
De filosofie van het oude Rome was in het korthierboven omschreven. We zien dat de gedachte aan dit tijdperk sterk werd beïnvloed door zijn voorgangers. Het waren Griekse natuurfilosofen, stoïcijnen, platonisten, pythagoreërs. Natuurlijk hebben de Romeinen de betekenis van de voorgaande ideeën op de een of andere manier veranderd of ontwikkeld. Maar het was hun popularisering die uiteindelijk nuttig bleek te zijn voor de oude filosofie als geheel. Het was tenslotte dankzij de Romeinse filosofen dat het middeleeuwse Europa de Grieken ontmoette en ze in de toekomst begon te bestuderen.