Tot het midden van de 20e eeuw was er een duidelijke overtuiging dat een persoon een aanvankelijk boosaardig, kwaadaardig wezen is, en alleen externe factoren (bijvoorbeeld opvoeding) beperken zijn dierlijke instincten.
Filosofen en psychologen moesten echterom deze ideeën te heroverwegen na twee oorlogen, waarin een persoon zich helemaal niet manifesteerde als een door instinct verscheurd schepsel. Talloze gevallen van heldhaftigheid, opoffering in naam van een idee, een land, een persoon leidden tot de geboorte van een humanistische persoonlijkheidstheorie. De schepper ervan wordt beschouwd als Abraham Maslow, die het postulaat naar voren bracht van een aanvankelijk goede, spirituele persoon met aangeboren spirituele behoeften. Het zijn externe negatieve factoren die helpen deze behoeften in te dammen.
Zelfrealisatie
De belangrijkste term die door de humanistische persoonlijkheidstheorie wordt gebruikt, is het concept van zelfverwezenlijking.
Erich Fromm's theorie
Velen zijn perplex als ze dat horende mens wordt gezien als een inherent positief wezen. Waar komt zoveel wreedheid, woede en misdaad vandaan? De humanistische persoonlijkheidstheorie gelooft dat zelfs in de meest wrede mensen voorwaarden zijn voor zelfontwikkeling, het is alleen dat deze behoeften voor hen werden geblokkeerd door negatieve sociale omstandigheden. Elke persoon kan deze behoeften in elke fase van zijn levenspad beginnen te realiseren.
- de behoefte om voor iemand te zorgen (verbinding met anderen);
- de behoefte om te creëren (constructief);
- streven naar veiligheid, stabiliteit (behoefte aan ondersteuning);
- de behoefte aan bewustzijn van hun uniciteit;
- de behoefte aan een verklarend referentiekader;
- de behoefte aan de zin van het leven (een object moet het worden).
Fromm geloofde dat de druk van externe factorenoverstemt deze behoeften, waardoor een persoon niet handelt zoals hij wil. Deze tegenstrijdigheid veroorzaakt een sterk persoonlijk conflict. De humanistische persoonlijkheidstheorie van Fromm laat zien hoe twee tegengestelde aspiraties in een persoon strijden: om hun identiteit te behouden en niet buiten de samenleving, de mensen te blijven. Hier komt rationalisatie het individu te hulp, wanneer hij zelfstandig een keuze maakt - om nu de normen van de samenleving te gehoorzamen of rekening te houden met zijn eigen behoeften.