De journalistieke stijl van spreken werd breed gevondentoepassing in verschillende gebieden van het menselijk leven. Het wordt met name gebruikt in tijdschriften, op televisie, in kranten, op de radio, bij feestactiviteiten en bij spreken in het openbaar. Onder de toepassingsgebieden vallen zowel documentairefilms als politieke literatuur, ontworpen voor de algemene lezer.
Publicistische stijl is een functionele stijlliteraire taal. Dit concept hangt nauw samen met het concept van "journalistiek", dat op zijn beurt, vanwege de eigenaardigheden van de inhoud van de werken die ermee verband houden, als een meer literair dan als een taalkundig concept wordt beschouwd.
Kenmerkend voor de journalistieke stijl van spreken isde fundamentele heterogeniteit van stilistische middelen. Ze moeten speciale terminologie en emotionele kleuring van woordenschat bevatten, evenals een combinatie van expressieve en standaard taalkundige middelen.
Het bijzondere van deze stijl is de breedtelexicale dekking van de literaire taal. De publicist kan technische en wetenschappelijke termen gebruiken, terwijl hij verder kan gaan dan de literaire taal en eenvoudige omgangstaal kan gaan gebruiken (in sommige gevallen en jargonelementen), maar het is raadzaam om dit te vermijden.
Opgemerkt moet worden dat de journalistieke stijl van sprekenis niet van toepassing op alle teksten die in de media worden gepubliceerd. De decreten, wetten en voorschriften die in kranten worden gepresenteerd, zijn bijvoorbeeld officiële en zakelijke publicaties. Artikelen die door onderzoekers over onderwerpen worden ingediend, zijn wetenschappelijke publicaties. Vaak hoor je op de radio het voorlezen van romans, verhalen, verhalen. Deze werken zijn artistiek.
Publicistische stijl van spreken kan op iedereen van toepassing zijneen onderwerp dat in de schijnwerpers van het publiek is gekomen. Deze omstandigheid dwingt ons natuurlijk om speciale lexicale elementen aan spraak toe te voegen die uitleg nodig hebben, en in sommige gevallen nogal gedetailleerde opmerkingen.
Daarnaast komen bepaalde onderwerpen aan bodpublieke aandacht constant. Het vocabulaire dat daarmee verband houdt, krijgt dus de kleur van een journalistieke stijl, en de samenstelling van het woordenboek wordt aangevuld met een gevormde cirkel van lexicale eenheden die er kenmerkend voor zijn. Onder de onderwerpen die voortdurend aan bod komen, moet men de nadruk leggen op politiek, informatie over verkiezingen, de activiteiten van het parlement en de regering, verklaringen van staatslieden en anderen. Ook economische onderwerpen zijn van groot belang.
Uitgesproken morfologische kenmerken van de journalistieke stijl worden uitgedrukt in speciale manieren om grammaticale vormen te gebruiken.
Zo wordt het enkelvoud bijvoorbeeld vaak in het meervoud gebruikt: "Uithoudingsvermogen en begrip zijn altijd aanwezig geweest in een Rus ..."
Kenmerkend is het gebruik van zelfstandige naamwoorden in het meervoud die deze niet hebben. Bijvoorbeeld: macht, risico's, budgetten, strategieën, maffia, zoekopdrachten, vrijheden en andere.
Om de aandacht te trekken in de journalistiek, worden de dwingende vormen van het werkwoord gebruikt. Bijvoorbeeld: "Laten we nadenken ...", "Kijk ...", "Let op ..." en anderen.
Om de betekenis van deze of gene gebeurtenis te benadrukken, wordt de huidige vorm van het werkwoord gebruikt. Bijvoorbeeld: "De beurs gaat morgen open".
De stijl wordt ook gekenmerkt door het gebruik van dergelijke afgeleide voorzetsels als: op basis, in de belangen, om de reden, in het licht, onderweg, rekening houdend met, in de cursus en anderen.
Omgekeerde woordvolgorde is ook vrij typisch. Hierdoor is het in veel gevallen mogelijk om het onderwerp op de eerste plaats in het voorstel te plaatsen.
Om de emotionele impact te vergroten, om de uitgedrukte gedachte te versterken, worden vaak retorische vragen gesteld. Bijvoorbeeld: "Waarom zijn deze mensen erger dan anderen?"
De genres van journalistieke spraak zijn meestalverdeeld in drie groepen: analytisch (artikel, gesprek, recensie, recensie en andere), informatief (reportage, notitie, verslag, interview) en artistiek en journalistiek (essay, essay, feuilleton).