Het gedicht "The Prophet" Pushkin opgedragen aan de zijnevrienden-Decembrists, zwaar gestraft door de regering. Het werk werd in 1826 geschreven onmiddellijk na de tragische gebeurtenissen die volgden op de Decembrist-opstand. Vervolgens werden veel vrienden en goede kennissen van de dichter neergeschoten of verbannen. Het gedicht werd een soort reactie van de autoriteiten, maar alleen versleuteld, omdat Poesjkin zelf niet openlijk zijn sympathie voor de rebellen kon uiten en dat hem ook niet zou worden toegestaan.
Analyse van Poesjkins gedicht "De profeet" maakt het mogelijkte begrijpen dat de lyrische held zich niet beroofd of verontreinigd voelt door de wetteloosheid die om hem heen gebeurt, maar tegelijkertijd is het ondraaglijk om naar de willekeur en onrechtvaardigheid te kijken die hem omringen. Daarom besluit God om hem de uitverkorene te maken, een profeet die mensen straft die gemeen en onrechtvaardig handelen.
Het werk eindigt met het feit dat de reizigerGod zelf beantwoordt de vraag om op te staan en op aarde te wandelen om de harten van mensen met zijn woord te verbranden. Een analyse van Poesjkins gedicht "De profeet" maakt het mogelijk te begrijpen dat het werk twee hoofdthema's heeft: de moeilijke opdracht die aan de profeet is toevertrouwd en de pijnlijke transformatie van een gewone sterveling. De dichter was er vast van overtuigd dat zo'n tijd zou komen en dat er een man op aarde zou verschijnen die degenen zou straffen die wetteloosheid plegen.
In zijn werk neemt Alexander Sergeevich zijn toevluchthet gebruik van de vakbond 'en' om de eenheid te laten zien van alles wat er gebeurt. Om zijn gedachten duidelijk te maken aan de lezer, neemt hij zijn toevlucht tot afbeeldingen. Ook in deze creatie zijn er veel sissende geluiden die alle pijn en lijden van de auteur laten zien. Een analyse van Poesjkin's gedicht "De profeet" laat zien dat de dichter zich niet speciaal bezighield met rijmen, maar dat hij zich zorgen maakte over de betekenis van het werk.