Optimale bandenspanning

De kwaliteit en het type banden zijn van invloed op het lopen (rollen) van de fiets. Het materiaal van de zijwanden van de band, het loopvlakpatroon en de druk hebben ook invloed op de rolsnelheid.

Elke fietser weet dat zonder pomp,kunnen opschieten. Banden moet je constant oppompen. Bovendien gaat de druk in de banden van de fiets niet alleen weg tijdens het rijden, maar ook tijdens het parkeren (alleen niet zo snel).

Wat bepaalt de druk in een fietsband?Ten eerste de rijkwaliteit. Op zacht opgepompte banden is het handiger om oneffenheden van de rijbaan te overwinnen, met zwaar opgepompte banden rijdt de fiets sneller. Ten tweede is de druk van invloed op hoe lang de band meegaat, of er lekke banden in zitten. Als snelheid en rijcomfort een kwestie van smaak zijn, dan moet er op de integriteit van het rubber worden gelet. Het is niet eens dat het lekke wiel gerepareerd moet worden. In sommige gevallen, wanneer de bandenspanning van een fiets verkeerd wordt gekozen, is niet alleen schade mogelijk, maar ook ernstige wielpech en letsel van de fietser.

De gemakkelijkste manier is als je een gewone wandeling hebtfiets. De bandenspanning van sportmodellen moet nauwkeuriger worden gecontroleerd, vooral bij hard rijden en op moeilijke paden. Voor degenen die liever op een asfaltweg of landelijke paden rijden, volstaat het zich te laten leiden door de bandenmarkeringen. De fabrikant zorgde van tevoren en zette een inscriptie op het zijoppervlak van hoeveel druk er in de wielen van de fiets moest zijn. Gewoonlijk wordt dit aangegeven in psi of bar (vertaald door de volgende formule: 1 kPa = psi * 6,895, onthoud dat 100 kPa ~ 1 kg / cm ^ 2 ~ 1 bar.) Zonder bandenspanning verliest de band tot 15 psi eenmaal per jaar maand.

Op toerfietsen kan de bandenspanningvariëren in het bereik van 1,5 tot 4,5 bar, wat meer in detail te vinden is op de markering. De bovengrens heeft de voorkeur voor degenen die op een stevige en vlakke ondergrond rijden, de lagere is voor degenen die meer kans hebben om stenen, plassen en gras tegen te komen.

Hoeveel druk moet een fietsband hebben? Voor sportmodellen wordt het volgende aanbevolen:

Tracktype	Maximaal, bar
Woud	3,5
Stad halfglad	5
weg buis	7

De druk in het achterwiel moet iets hoger zijn dan in het voorwiel. Voor een rijder met een groot gewicht moeten de aantallen worden verminderd en voor een kind dienovereenkomstig worden verhoogd.

Voor metingen is een manometer nodig.Nu zijn veel fietspompen direct uitgerust met dit apparaat, maar er moet rekening mee worden gehouden dat een kleine vierkante manometer vaak een grote fout geeft. Bij kritiek is het het beste om een ​​meetinstrument apart aan te schaffen. En de eigenaren van banden met een autoventiel kunnen bij het tankstation de banden oppompen en meten.

Een ervaren fietser kan de druk inbanden zonder hulp van instrumenten. Je moet de band met je hand pakken en met je duim op de camera drukken. De juiste druk geeft het gevoel dat je in een rijpe watermeloen knijpt.

Maar binnen aanvaardbare limieten kunt u de wielen oppompen op een manier die voor u comfortabeler is om te rijden.

Dus veel mensen geven er de voorkeur aan dat de bandenspanningde fiets was groter. Het is immers handig om te verhuizen. Maar beginners wordt juist geadviseerd om de druk te verminderen. En als u wilt dat de wielen zo lang mogelijk meegaan, kiest u de optimale (of gemiddelde) waarde van 3 bar of 45 psi.