Om te reizen heb je minimaal ongeveer nodigweet waar je heen gaat. Beter nog, om goed te begrijpen op welk punt u komt en hoe u het beste van punt A naar punt B kunt komen. Hiervoor zijn er kaarten. In tegenstelling tot plannen (steden of een relatief klein gebied
Ze zeggen:"De taal brengt je naar Kiev", maar geografische coördinaten zullen je de weg ernaartoe nog beter vertellen. Wat het is? Dit zijn voorwaardelijke lijnen die op een kaart of wereldbol zijn uitgezet. Natuurlijk zul je ze in echte gebieden niet vinden - misschien is zo'n bord te vinden in sommige steden die direct op de parallel of meridiaan liggen. Laten we eens kijken wat breedte- en lengtegraad zijn. Onze planeet heeft de vorm van een ellips, dat wil zeggen geen ideale bal, maar lichtjes samengedrukt tegen de polen. Maar voor het gemak zijn de coördinaten uitgezet alsof de aarde een absolute bol is.
Het is bekend dat het om zijn as draait.Waar deze as het oppervlak raakt, zijn er de Noord- en Zuidpool. Als we ze grafisch met elkaar verbinden, krijgen we 360 voorwaardelijke lijnen (de bol heeft immers een hoek van 360 graden). Deze strepen op een kaart of wereldbol zijn geografische coördinaten die de lengtegraad aangeven. Er zijn twee belangrijke meridianen op aarde. Eerste
Geografische coördinaten hebben nog een parameter- breedtegraad. Als we een conventionele lijn trekken, niet langs de rotatie van onze planeet, maar dwars, precies in het midden, dan is dit de evenaar. Als de meridiaan van Greenwich de bol verdeelt in de westelijke en oostelijke hemisferen, dan is de breedtegraad nul - in de noordelijke en zuidelijke. Omdat er een rechte hoek is tussen de evenaar en de pool door het middelpunt van de aarde, zijn er 90 parallellen op elk halfrond. De noordpool ligt respectievelijk 90 ° noorderbreedte en de zuidpool 90 ° zuiderbreedte. Alle geografische graden zijn onderverdeeld in minuten en seconden.
Dus elk punt op het aardoppervlakheeft zijn eigen lengte- en breedtegraad. Het bepalen van de geografische coördinaten was erg belangrijk voor zeelieden, die midden op de oceaan geen oriëntatiepunten hadden. Ze moesten begrijpen waar ze waren en waar ze heen gingen.
Maar om geografisch te berekenencoördinaten van steden, dorpen en andere punten, hoeft een modern persoon dergelijke complexe apparaten helemaal niet te gebruiken. Het is voldoende om naar de atlas te kijken om de lengte- en breedtegraad van het geografische object te bepalen. Parallellen worden rechts en links aangegeven, en meridianen worden bovenaan en onderaan de cartografische afbeelding van het gebied aangegeven. En met behulp van Google kun je de coördinaten van de kleinste punten die niet op de kaart zijn aangegeven, met een nauwkeurigheid van een seconde achterhalen.