/ / Wist je dat de lijn ...

Weet je dat een rang is ...

Sommige woorden kwamen in de alledaagse gesproken taal uit verschillende beroepen, bijvoorbeeld uit militaire woordenschat. Een van deze woorden is het zelfstandig naamwoord "rang".

Rank het

Wat betekent dit woord in termen van lexicologie?

De lijn is:

Rank het

  1. In het leger is dit een speciaal type formatie, wanneer iedereen op dezelfde lijn staat, met zijn gezicht naar één kant: bij de beoordeling van de divisie stonden alle jagers opgesteld in vier rijen.
  2. Mensen staan ​​in één rij: de commandant heeft de rij onderzocht, deze compagnie was klaar voor inspectie.
  3. Een hele lange rij van iets: in de fabriek zagen kinderen hele lange rijen stoelen en krukken.

Morfologische kenmerken

Rang is een levenloos zelfstandig naamwoord vrouwelijk, 1e verbuiging.

EnkelvoudMeervoud
Nominatief geval*** stond onbeweeglijk.Gladde *** en wekte een gevoel van trots op.
GenitiefEr is geen *** en - een soort kronkelende bocht.We verbleven bij *** pioniers die de line-up repeteerden.
DatiefDe commandant naderde de soldaat.De sergeant keek afwezig naar *** s.
AccusatiefIk zie hier geen ***.De vader keek naar *** en de rekruten, maar vond zijn zoon niet.
Instrumentale kofferDe kolonel was ontevreden over de resulterende *** oeps.Er vloog een vliegtuig over de ***.
VoorzetselDe sergeant stond niet in de ***.De pelotonscommandant vertelde de cadetten over *** ah en hoe belangrijk het is om correct op te stellen.

Compatibiliteit met bijvoeglijke naamwoorden, getallen, werkwoorden en voornaamwoorden

Om correct zinnen te bouwen met het woord "rang", moet u de compatibiliteit ervan met andere woorden bepalen.

Rij

Adjectieven:

  • lange ***;
  • curve, ongelijk ***;
  • correct, zelfs ***;
  • mooi ***.

Cijfers:

  • een, twee, drie, enz. ***;
  • eerste seconde ***.

Werkwoorden (als je een zelfstandig naamwoord in de nominatief naam neemt, krijg je geen zin, maar een ongebruikelijke zin):

  • *** de moeite waard;
  • *** bevalt;
  • *** uit elkaar;
  • *** verschoven;
  • zien ***;
  • controleren ***;
  • bouwen ***.

Voornaamwoorden:

  • een soort van ***;
  • ta ***;
  • dit is ***.