De Weense Opera is een van de meest bekende ende grootste operahuizen ter wereld, waarvan de geschiedenis in het midden van de negentiende eeuw begint. Gelegen in het centrum van Wenen, heette het oorspronkelijk de Weense Hofopera en werd het hernoemd in 1920 met de oprichting van de Eerste Oostenrijkse Republiek.
Het gebouw, gebouwd in 1861-1869 inNeoklassieke stijl ontworpen door architecten Eduard van der Nyll en August Sikard von Sicardsburg, het was het eerste grote gebouw aan de Riegenstrasse. Beroemde kunstenaars hebben aan het interieur gewerkt, waaronder Moritz von Schwind, die de fresco's in de doos schilderde op basis van de opera "The Magic Flute" van Wolfgang Amadeus Mozart, en de foyer - gebaseerd op het werk van andere componisten. De Weense Opera werd op 25 mei 1869 ingehuldigd met de creatie van Don Giovanni van Mozart. De voorstelling werd bijgewoond door keizer Franz Joseph I en keizerin Amalia Eugenia Elizabeth.
De Weense Opera bereikte een bijzondere hoogtijdagen onderonder leiding van de uitmuntende componist en dirigent Gustav Mahler. Onder hem groeide een nieuwe generatie wereldberoemde vocalisten op, zoals Anna von Mildenburg en Selma Kerz. Toen hij in 1897 directeur van het theater werd, veranderde hij verouderde decors en bracht hij het talent en de ervaring van uitstekende artiesten (waaronder Alfred Roller) binnen om een nieuwe podiumesthetiek vorm te geven die in overeenstemming was met de modernistische smaak. Mahler introduceerde de praktijk van het dimmen van podiumverlichting tijdens optredens van artiesten. Al zijn hervormingen werden bewaard door zijn opvolgers.
Tegenwoordig speelt het theater modernproducties, maar ze zijn nooit experimenteel. Het is nauw verbonden met het Wiener Philharmonisch Orkest, dat officieel wordt vermeld als het Philharmonisch Orkest van de Weense Opera. Het is een van de drukste operahuizen ter wereld. Jaarlijks worden 50-60 opera's opgevoerd, minimaal 200 optredens. Het hoofdrepertoire van de Weense Opera omvat enkele werken die weinig bekend zijn bij het grote publiek, zoals "The Der Rosenkavalier" en "Salome" van Richard Strauss.
De dresscode als zodanig wordt niet gevolgd, aangezien meer dan de helft van de stoelen bezet is door toeristen en een divers publiek, al zie je wel dat mensen in de boxen eleganter gekleed zijn.