/ / Toepassing van de "Ladder" -techniek voor verschillende leeftijdsgroepen

Toepassing van de "Ladder" -techniek voor verschillende leeftijdsgroepen

Zelfevaluatiekind - een zeer belangrijk aspect in het geval van zijn gedrags- of psychische problemen. Daarom zijn er veel technieken om ze te identificeren.

Doel van de aanvraag

laddertechniek voor basisschoolleerlingen

На самом деле, методов оценки ребенком самого mezelf heel veel. Tot op heden vaak gebruikt "Boom", "Wat ben ik", "Ladder", "Vragenlijst". Het is heel belangrijk dat het kind zichzelf begrijpt en correct evalueert: het is noodzakelijk om het beeld van zichzelf en anderen correct te vormen. De meest populaire techniek is "Ladder", omdat deze duidelijk en begrijpelijk is. En de interviewer kan de kinderen gemakkelijk uitleggen wat van hen wordt verlangd. "Ladder" is even relevant voor een breed scala van leeftijden.

Beschrijving en procedure voor het uitvoeren van de "Ladder"-techniek

Om de geselecteerde groep kinderen te beoordelen(schoolkinderen, vooral kleuters), het wordt aanbevolen om vellen met een ladder van 7 stappen voor elk kind voor te bereiden. Dit materiaal komt goed van pas tijdens een individueel gesprek.

laddertechniek voor kleuters

De kinderen worden de regels uitgelegd met een demonstratie: op de ladder zijn er kinderen volgens een bepaalde regel:

  • op de middelste trede (4e van onderen) - niet slecht en geen goeden;
  • een trede hoger (5e van onder) - goede kinderen;
  • nog hoger (op de 6e) - zeer goed;
  • bovenaan (op de 7e) - de beste.

En in de tegenovergestelde richting: op de trede onder het midden (3e) - er zijn slechte kinderen, nog lager (op de 2e) - zeer slechte kinderen, en op de onderste trede (1e) - de slechtste kinderen.

Na uitleg over het mechanisme volgt een gesprek met de kinderen uit de focusgroep. De belangrijkste vraag over het gevoel van eigenwaarde klinkt als volgt: "Waar zet je jezelf op welk niveau?"

Verschillende vragen stellen ons dus in staat om een ​​bredere karakterisering van de zelfperceptie van het kind te geven.

Elk woord dat een persoon kenmerkt, kan worden gebruikt in plaats van 'goed': slim, sterk, dapper, eerlijk, dom, laf, slecht, lui, enzovoort.

Naast het gevoel van eigenwaarde, kun je vragen: "Wat zou je willen zijn? Waar zullen je ouders je plaatsen? Waar zullen je leraren je plaatsen", enz.

interpretatie van resultaten

Het belangrijkste punt van deze studieis de beslissing van het kind om zichzelf op een bepaalde sport te plaatsen. Het wordt als de norm beschouwd wanneer de baby zichzelf op de bovenste treden plaatst (optimaal "zeer goed", minder vaak - met bedachtzaamheid "de beste"). Als de lagere stappen worden gekozen (hoe lager, hoe slechter), dan duidt dit op een ontoereikende perceptie van zichzelf, evenals een slechte houding ten opzichte van zichzelf, gebrek aan vertrouwen in eigen kunnen.

Deze afwijking kan leiden tot neurosen endepressie op zo'n jonge leeftijd. De redenen die voorwaarden kunnen worden voor de vorming van dit negatieve resultaat, houden in de regel verband met opvoeding, wanneer autoritarisme, strengheid, kilheid of afstandelijkheid de overhand hebben. In dergelijke gezinnen lijkt het erop dat het kind, tegen de wil van de ouders, alleen wordt gewaardeerd voor goed gedrag. Bovendien kunnen kinderen zich niet constant goed gedragen en leidt elke conflictsituatie tot zelftwijfel, in de liefde van de ouders voor zichzelf.

laddertechniek voor schoolkinderen

Een vergelijkbare situatie doet zich voor in gezinnen waar ouders weinig tijd met hun kinderen doorbrengen: verwaarlozing van de communicatie met het kind leidt tot vergelijkbare resultaten.

De probleemgebieden in het gezin zijn gemakkelijk te identificerenvragen over waar het kind door ouders, leerkrachten of verzorgers zal worden geplaatst. Voor een comfortabel zelfbeeld, ondersteund door een gevoel van veiligheid en zorg, is het belangrijk dat iemand van naaste familieleden het kind op de bovenste trede zet. Idealiter, als het mama is.

Methodologie en beoordeling voor verschillende leeftijdsgroepen

Afhankelijk van de leeftijd van de focusgroep,er zijn kleine wijzigingen in de test. In de regel gaat het om de uitleg en uitvoering, de methode "Ladder" voor scholieren kan worden uitgebreid en aangevuld en voor kleutergroepen kan het meer visueel worden.

Dit is geen absolute regel, want de testende psychologen zullen de vragen daarop aanpassen.

De "Ladder"-methode voor kleuters vereist een grondige voorafgaande uitleg. Voor meer duidelijkheid kunnen kinderen een pop nemen en deze in plaats van zichzelf op de gekozen plaats zetten.

De "Ladder"-methodologie voor lagere schoolkinderen impliceert niet de aanwezigheid van extra speelgoed. Op de voorgestelde formulieren kunt u een figuur tekenen die een kind betekent, dat wil zeggen uzelf.

Subtiliteiten van dirigeren

Afhankelijk van de onderzochte kinderen kan de lijst met kenmerken worden uitgebreid of ingekort.

Als u met een kind praat, moet u letten op:zijn reactie: hoe snel hij een antwoord geeft, of hij nu ruzie maakt of aarzelt. Er moet uitleg worden gegeven over de plaatsing. Als ze er niet zijn, worden verhelderende vragen gesteld: "Waarom deze specifieke plek?", "Ben je altijd hier?"

Op basis van de resultaten kunnen we zeggen welk type zelfrespect inherent is aan een kind:

1) Onvoldoende hoog / laag zelfbeeld.

Overschat: de baby zet zichzelf op de bovenste trede zonder analyse. Op aanvullende vragen legt hij uit dat zijn moeder hem waardeert en "zei".

Ingetogen: de baby geeft de lagere stappen aan, wat wijst op een ontwikkelingsafwijking.

2) Er is sprake van voldoende eigenwaarde wanneer een kind zichzelf als "zeer goede" kinderen beschouwt of met aarzeling en argumentatie als "de beste" beschouwt.

3) In het geval dat het kind zichzelf aantrekthet middelste niveau, kan dit erop duiden dat hij de taak niet heeft begrepen, of dat hij niet zeker is van de juistheid van het antwoord en liever niet het risico loopt om "Ik weet het niet" op de vragen te antwoorden.

laddertechniek voor kleuters

Als we het hebben over de verdeling van resultaten doorleeftijdsgroepen, dan is een overschat zelfbeeld typisch voor kleuters, maar jongere leerlingen beoordelen zichzelf realistischer. En wat kenmerkend is voor beide groepen: in vertrouwde situaties beoordelen kinderen zichzelf adequaat, maar in onbekende situaties hebben ze de neiging om hun capaciteiten te overschatten.